Op de universiteitscampus in Groningen ligt bij de ingang aan de vijver de nieuwe collegezaal en tentamenhal voor de Rijksuniversiteit Groningen.
Het gebouw is bijzonder; de grootste collegezaal in Nederland voor 600 studenten, 4 tentamenhallen voor in totaal 1250 studenten die maar 12 weken per jaar gebruikt wordt en een verlaagd ‘fietsenlandschap’ voor 1000 fietsen.
Het bestaande gebouw met soortgelijke functies wordt afgebroken en is niet meer dan een dichte doos van staalplaat, zonder ramen. Gevraagd was een vervanging van het oude gebouw voor een beperkt budget.
Het gebouw is hoofdzakelijke bepaald door vier materialen: lichtdoorlatende plaat, zilverkleurige plaat, oranje kleur en onbehandeld hout. Deze vier elementen bepalen de sfeer, maar voldoen ook aan de vele technische eisen die worden gesteld aan dit gebouw. Doordat het met minimale energiekosten kan functioneren, en het met een minimale hoeveelheid materiaal is ontworpen en kon worden gebouwd is het een heel duurzaam gebouw geworden.
De gevel van het gebouw bestaat uit één stuk semi-transparant materiaal, policarbonaat. De gevel laat zo daglicht binnen, maar voorkomt uitzicht en daarmee afleiding voor de studenten. Door deze semi-transparante gevel vormt het gebouw ook ’s avonds via uitstralend licht een opvallende baken op het Zerniketerrein. Daar waar het licht tegengehouden wordt, is een oranje achterwand zichtbaar achter het policarbonaat. Deze achterwand geeft het gebouw een zweem van kleur.
Een grote, hoge foyer is de centrale plek in het gebouw en is de verbinding tussen de twee belangrijkste functies. Het is de plek van ontmoeting, de verbinding tussen kennis opnemen (college) en kennis afgeven (tentamen). De foyer is helemaal oranje. Het is door de felle kleur een soort gekleurd vacuüm tussen de verschillende sferen van de tentamenhal en de collegezaal. Teksten door de huisdichteres van de RUG zijn op de muren aangebracht en er is een lounge gedeelte waar koffie gedronken kan worden.
De collegezaal moest aan een groot aantal technische eisen voldoen: goede zichtlijnen, goede akoestiek, verwarming, verlichting en verduistering. Om te voorkomen dat er een optelsom van ingrepen zou ontstaan, is de collegezaal tot een houten machine gemaakt die alle functies en regulaties in zich op zou nemen. Deze machine beslaat uit de vloer, de voor- en achterwand en het plafond. De machine is niet alleen een goede basis voor alle belangrijke onderdelen van de collegezaal, maar is ook een sfeerbepalend element die de ruimte zijn karakter geeft. De zijgevel bestaat uit lichtdoorlatende platen, waardoor de studenten gedurende colleges natuurlijk licht krijgen, maar niet afgeleid worden door letterlijk naar buiten te kunnen kijken.
Naast de collegezaal zijn er ook 4 tentamenhallen verdeeld over de twee verdiepingen.
Drie elementen die de werking van goede tentamenhallen garanderen zijn goede verlichting, goede temperatuur en goede akoestiek. Dat zijn in deze tentamenhal dan ook de basisprincipes geweest voor het ontwerp. De gevels zijn van lichtdoorlatende gevelplaat, de wanden en grotendeels het plafond zijn van zilverkleurige akoestische platen, de vloer is van vilt.
Maar bovenal zijn er ruimtes ontworpen die rust uitstralen. Ruimtes met goed natuurlijk licht waar de natuur zijn schaduw op laat spelen maar waar toch voldoende concentratie mogelijk is.
Omdat de tentamenhallen maar een paar weken per jaar worden gebruikt, is in samenwerking met de adviseurs een concept ontwikkeld waardoor het gebouw goed isoleert en bovendien middels luchtverwarming en een basisvloerverwarming snel opgewarmd kan worden voor een tentamenperiode. Zo wordt ervoor gezorgd dat het gebouw met een minimum aan energieverbruik toch goed kan functioneren.
Zernike Campus, Groningen
Tentamenhal en collegezaal
Alex van de Beld en Berit Ann Roos (project architecten), Myriam Lopez Rodero, Fadi Alnajar, Joachim Reiter
Rijksuniversiteit Groningen